Ook staatsgreep in België, maar toch minder somber

Het goede nieuws is dat journalistiek het mooiste vak ter wereld is, het slechte nieuws is dat je als journalist straks geen baan meer kan krijgen.

De honderden bezoekers van het seminar J-earn-alism aan de Arteveldehogeschool in het Belgische Gent moesten donderdagochtend 14 april jl. even slikken. De meedogenloze revolutie in de media, ingegeven door verschrompelde verdienmoddellen bij de klassieke media, de onstuitbare groei van nieuwe ‘uitgevers’ die hun eigen mediakanalen in sneltreinvaart vullen met journalistieke content en de democratisering van de (sociale) media, inclusief de ontbundeling van de content, dient zich ook aan bij de zuiderburen.

De Brusselse professor journalistiek Ike Picone hield zijn gehoor voor hoe verdienmodellen gaan veranderen. Maar de opmars van branded content zet de hoogleraar, die ook lid is van de Belgische Raad voor de Journalistiek, voor het blok. Want de beroepsdefinitie van journalist in België laat dat werk voorlopig nog niet toe, want de journalist bedrijft een onafhankelijk ambacht. Tenminste, dat is het idee. Dus werken voor een commerciële partij past niet in die definitie.

Somber gestemd zijn de Belgen zeker niet. Terwijl de Ollanders in de media vooral met zichzelf bezig waren in de afgelopen tien jaar trokken de Belgen onder aanvoering van De Persgroep de grens over. Slim en doordacht. Inmiddels zijn de Belgen marktleider in ons land (AD, Wegener, NRC, Limburgs Dagblad). 

We lieten ons de kaas van het brood eten. Andersom is het er nooit van gekomen. Waarschijnlijk ingegeven door Hollandse arrogantie (Vlaanderen is een te klein taalgebied!), te sterk regionaal georganiseerd via fijnmazige editionering van de kranten (Daar komen we nooit tussen!), door het idee dat de Belgen nooit Nederlandse mediabaronnen zouden accepteren (Wat hebben we daar te zoeken!) of omdat de Belgen een gesloten mediacultuur kennen, waarbij de overheid ook nog een steentje bijdraagt door bijvoorbeeld de subsidie voor de bezorging van de dagbladen.

Feit is dat de Belgen door de schaalvergroting tot een betere kostenstructuur (bezetting persen, uitwisseling kennis, shared services) konden komen en ondertussen in Nederland het aantal uitgevers kromp van 25 tot 8 en het einde nog niet in zicht is.

In Nederland vergapen we ons aan het sympathieke (!) Blendle, terwijl in België een aantal hele slimme start-ups bezig is de wereld te veroveren. Het is maar dat u het weet.

Opmerkelijk is ook de rol van de Vlaamse publieke omroep VRT, die via Sandbox journalistieke technologievernieuwing financiert. In het laboratorium van de  VRT ontstond Moovly, een leuk video-programma (deels gratis), maar ook Limecraft (ook video-technologie) en de slimme aggregatietechniek van newAnglr die goed bruikbaar is voor nieuwsplatforms.

ID/Photo Agency van oprichter Lieven Van Assche is een andere aanklacht tegen de verschraling in de mediasector. Fotografen krijgen door de ‘All You can Eat”-contracten van de persagentschappen een paar cent voor een gemaakte foto. Dus namen de betere fotografen in België zelf de regie door een eigen fotoplatform te ontwikkelen op basis van passie (en een hogere prijs voor een foto).

Datzelfde idealisme is terug te vinden bij The Caravan’s Journal, een initiatief van Johannes De Bruycker en Kasper Goethals om butenlandjournalistiek weer financieel mogelijk te maken. Freelance-correspondenten moeten soms rondkomen van 300 euro per maand, wisten ze te vertellen. Zij denken een model te hebben gevonden waarmee ze journalisten kunnen financieren om in het buitenland reportages te maken.

Voor de mannen achter Bahamontes geldt hetzelfde. De glossy, beetje vergelijkbaar met het Nederlandse Helden, gaat over ‘De Koers’. Een schitterend vormgegeven blad, uitstekende verhalen met passie geschreven en ‘andere’, betere fotografie. Een blad van liefhebbers, voor liefhebbers. Bedacht in het cafe. Jonas Heyerick en Jelle Vermeersch, knotsgek van het wielrennen, vernoemden hun ‘boekje’ naar de Spaanse klimmer Frederico Bahamontes.

Waarom de lezer belangrijker wordt dan de adverteerder. Dat de huidige hiërarchie met uitgevers en hoofdredacties in de mediasector straks wordt vervangen door coöperatieve vormen met een beperkte rendementsdoelstelling, dat papier niet heilig is maar dat er voor content altijd moet worden betaald omdat het waarde heeft en dat ook nieuwsbronnen voor klassieke media opdrogen omdat ze hun exclusieve nieuws op hun eigen kanalen gaan brengen, waren een paar van mijn vrolijke boodschappen tijdens het  het college in Gent.

Alles verandert. Dus ook de journalistiek. Met die boodschap vertrokken de studenten naar de strandstoelen op het terras aan het Kramersplein om de mediarevolutie weg te spoelen met bier en een paar goede gesprekken over hun grote passie: het mooiste beroep ter wereld.

Tags: